sê...
Op 🆙 Aanneming de Bepaler plaats Selfstandige naamwoord van Aanneming de Bepaler moord Selfstandige naamwoord hadden Hulp de Bepaler onderzoekers Selfstandige naamwoord een Bepaler lege Byvoeglike naamwoord huls 🐚 Selfstandige naamwoord gevonden Werkwoord , maar toch was Hulp er Bywoord niemand Voornaamwoord neergeschoten Werkwoord .
🆙
Aanneming
Bepaler
Selfstandige naamwoord
Aanneming
Bepaler
Selfstandige naamwoord
Hulp
Bepaler
Selfstandige naamwoord
Bepaler
Byvoeglike naamwoord
🐚
Selfstandige naamwoord
Werkwoord
Hulp
Bywoord
Voornaamwoord
Werkwoord
At the scene of the murder, the investigators had found an empty shell, yet no one had been shot. At the scene of the murder, the investigators had found an empty shell, yet no one had been shot.
Woorde en sinne
hadden
- inflection of hebben:
- inflection of hebben:
de
-
the (definite article, masculine and feminine singular, plural)
een
-
Placed before a singular noun, indicating a general case of a person or thing: a, an. Compare with de and het.
🐚
huls
- shell, case (usually cylindrical covering part of an item, in particular of ammunition)
- husk (cover of a fruit or nut)
gevonden
past participle of vinden
er
- there (unspecific to distance)
- it; him, her, them.
onderzoekers
plural of onderzoeker
🆙
op
-
- up
- onto, up onto
- Used in separative verbs meaning “to go away” with rude connotations.
