uitkomen

Nghĩa (Tiếng Anh)

1. (transitive) to be able to figure out or find a solution for
2. (intransitive) to come out right, to fit together, to be solvable, to have a result or solution
3. (intransitive) to be fitting, to be convenient
4. (intransitive) to hatch
5. (intransitive) to come true
6. (Judaism,intransitive) to become Jewish

Từ đồng nghĩa

uitgaan

uitstijgen

uittreden

uitstappen

uitlopen

verschijnen

resulteren

opdagen

opdraven

te voorschijn komen

volgen

voortspruiten

voortkomen

passen

betamen

schikken

voegen

gelegen komen

verlenen

aandoen

aandraaien

aangeven

✋

aanreiken

aansteken

afdalen

bestijgen

doorbrengen

gaan staan

geduwd worden

geven

inschakelen

in vervulling gaan

klimmen

naar beneden gaan

naar boven gaan

opbrengen

opstaan

rijzen

schakelen

schenken

stijgen

toebrengen

toekennen

verdrijven

aanbotsen

verwezenlijken

voortvloeien

waarmaken

zich stoten

zinken

doneren

in vervulling komen

ten uitvoer leggen

grenzen aan

geleiden

brengen

uitvallen

leiden tot

uitdraaien op

besturen

opleveren

uitlopen op

opkomen

reiken tot

ontspruiten

bereiken

voeren

belenden

ontmoeten

behalen

tegenkomen

ontluiken

aantreffen

🔍

laten ontkiemen

treffen

leiden

inhalen

Được gạch nối như

uit‧ko‧men

Phát âm là (IPA)

/ˈœy̯tˌkoː.mə(n)/

Từ nguyên (Tiếng Anh)

From Middle Dutch utecōmen. Equivalent to uit + komen.