naast

Anlam

Prep

1. beside, next to
2. in addition to

Adj

superlative degree of na

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,second-person,singular,third-person) inflection of naasten:
2. (form-of,imperative) inflection of naasten:

(IPA) olarak telaffuz edilir

/naːst/

Etimoloji

From Middle Dutch naest, from Old Dutch *nāist, *nāst, from Proto-Germanic *nēhwist (“nearest, closest”).

Cümleler

Ze legde een lepel , vork en mes naast het bord neer .

Plakanın yanına bir kaşık, çatal ve bıçak koydu.

Volg het jaagpad dat naast het kanaal ligt .

Kanalın yanındaki çekme yolunu takip edin.

Dat is naast het vraagstuk van voldoende financiële middelen een tweede centrale kwestie .

Yeterli finansal kaynak konusuna ek olarak, bu ikinci bir merkezi konudur.