broek

Значение (Английский)

1. (feminine) a pair of trousers, pair of pants
2. (diminutive,feminine) a pair of underpants or pants (underwear), bottom part of underwear or swimwear (especially for women)

Синонимы

moeras

pantalon

drasland

lange broek

moer

👩‍🍼

onderbroek

kniebroek

korte broek

moerasland

slip

slipje

beenbedekking

zomp

zwamp

beek

Произносится как (IPA)

/bruk/

Этимология (Английский)

From Middle Dutch broec, from Old Dutch *bruoc, from Proto-West Germanic *brōk.

Предложения

Hij draagt een korte broek .

Он носит шорты.

Ik oordeel niet , maar die broek staat je niet .

Я не сужу, но эти штаны не нравились тебя.

Zijn broek was nat nadat hij in een plas water was gestapt .

Его штаны были влажными после того, как он вошел в лужу воды.

Er stak een nagel uit aan de stoel en nu zat er een groot gapend gat in mijn broek .

На стуле выделялся гвоздь, и теперь в моих штанах была большая яма.