wens

Significado (Inglês)

Noun

wish

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of wensen:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of wensen:
3. (form-of,imperative) inflection of wensen:

Sinônimos

verlangen

begeerte

zucht

lust

zin

aspiratie

heilwens

sollicitatie

wil

zegewens

begeren

gewenste

desideratum

Etimologia (Inglês)

From Middle Dutch wensch, next to eastern wonsch, from Old Dutch *wunsk, from Proto-Germanic *wunskaz.
Cognate with German Wunsch, English wish, West Frisian winsk, Danish ønske.

Frases

Mijn wens is dat die verwachting ook werkelijkheid wordt .

Meu desejo é que essa expectativa também se torne realidade.

Ik dank u van harte en ik wens u allen een zalig kerstfeest toe .

Agradeço muito e desejo a todos um Feliz Natal.

Ik wens hem het allerbeste – rij voorzichtig , commissaris !

Desejo -lhe o melhor - dirige com cuidado, comissário!

Als je een muntje in de wensput gooit mag je een wens doen .

Se você jogar uma moeda no Wish Well, poderá fazer um desejo.