vertrek

Oznaczający (Angielski)

Noun

departure (the act of departing)

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of vertrekken:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of vertrekken:
3. (form-of,imperative) inflection of vertrekken:

Synonimy

kamer

lokaal

afreis

afvaart

ruimte

afrit

verderf

verdwijning

ondergang

emigratie

start

uittocht

uitreis

slaapvertrek

kwart

slaapkamer

uitvliegen

vierde

4th

vierendeel

vlucht

✈️

wegvliegen

zaal

Łączone jako

ver‧trek

Wymawiane jako (IPA)

/vərˈtrɛk/

Etymologia (Angielski)

From Middle Dutch vertrec.

Zdania

Ik vertrek stipt om twee uur .

I leave punctually at two o'clock.