weet

Oznaczający

Noun

1. (feminine) awareness, knowledge
2. (feminine) knowledge; science
3. (archaic,feminine) notice; advertisement

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,second-person,singular,third-person) inflection of weten:
2. (form-of,imperative) inflection of weten:
3. (form-of,indicative,past,singular) singular past indicative of wijten

Wymawiane jako (IPA)

/ʋeːt/

Etymologia

From Middle Dutch wete. See the verb weten (“to know”).

Zdania

Iedereen weet dat de meeste banken te groot zijn om failliet te laten gaan .

Everyone knows that most banks are too big to be allowed to go bankrupt.

Ik weet dat dit moeilijke onderhandelingen zijn geweest over een technisch en complex onderwerp .

I know this has been a difficult negotiation and the subject matter is technical and complex.

Soms weet ik niet zeker of een bepaald woord correct Nederlands is .

Sometimes I'm not sure if a certain word is correctly Dutch.

Niemand weet goed wat ze gaan doen met de weeskinderen .

No one knows what they will do with the orphans.

Ik weet dat u altijd snelle en efficiënte resultaten wenst .

I remember that you all always want quick, swift, efficient delivery.

Weet u nog hoe het zat met de handelsakkoorden?

Do you remember trade agreements?

Ik weet niet hoe u uw handelwijze kunt verantwoorden .

I don't known how you can justify it.

U weet wat vandaag de dag de strekking is .

Yet you know how we tend to reason today.