mogen

Oznaczający

1. (intransitive) to be allowed
2. (auxiliary) may, can, be allowed to
3. (intransitive) may go, can go, to be allowed to go
4. (transitive) may have, can have
5. (transitive) to like (of food or of a person)

Wymawiane jako (IPA)

/ˈmoːɣə(n)/

Etymologia

From Middle Dutch mogen, from Old Dutch mugan, from Proto-West Germanic *magan, from Proto-Germanic *maganą, from Proto-Indo-European *magʰ-, *megʰ-.

Zdania

We mogen en moeten daar heel blij mee zijn .

We must and should rejoice in that.

Hoe lang mogen ze worden bewaard ?

With whom can they be shared?

Er mogen nog wat kruiden in de puree .

A few more herbs may be added to the puree.

Ze mogen niet worden gebruikt voor bedrijfsbelangen.

They must not be captured by corporate interests.

Deze zaken mogen worden aangekaart, ook als men zich vol overgave tegen discriminatie inzet .

It is possible to raise these things, even if one is committed to fighting discrimination.

De maatregelen ter ondersteuning van biodiversiteit mogen niet vergeten worden .

The biodiversity support measures must not be forgotten.

Beperkingen mogen pas worden opgelegd na een faire en onafhankelijke procedure .

Limitations should only be introduced after a fair and independent process.