kom

Oznaczający (English)

Noun

1. (feminine) bowl
2. (feminine) basin
3. (feminine) socket (hollow part in a bone)
4. (feminine) (village) center, in particular one with buildings around a central square
5. (dated, feminine) built-up area
6. (feminine) inner harbour

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, singular) inflection of komen:
2. (form-of, indicative, present, second-person, singular) inflection of komen:
3. (form-of, imperative) inflection of komen:

Synonyms

schaal

🐚

vont

bekken

bassin

stroomgebied

vijver

bowl

kom op

bak

mok

kom nou

kom aan

kalebas

nap

kommetje

kom3n

bakje

kas

Wymawiane jako (IPA)

/kɔm/

Etymology (English)

From Middle Dutch comme, from Old Dutch *kumb, from Frankish *kumb, from Proto-Germanic *kumbaz.

Zdania

Dan kom ik op de hulp aan en de bescherming van de slachtoffers .

I now come to the help and protection provided to victims.

Ik moet nog een paar bloemen planten en dan kom ik .

I have to plant a few more flowers and then I'll come.

Wacht even , ik kom dadelijk wel .

Hold on, I'll be right there.

Ik kom nu bij de dienstenrichtlijn.

I turn now to the services directive.