elkaar

Oznaczający

each other, one another

Łączone jako

el‧kaar

Wymawiane jako (IPA)

/ɛlˈkaːr/

Etymologia

Contracted form of elkander, itself from elk + ander.

Zdania

Wij willen elkaar in het licht ontmoeten .

We wish to meet each other in full view and not as shadowy figures.

Het was mooi om te zien dat ze elkaar na al die jaren nog even graag zagen .

It was nice to see that they still loved each other after all these years.

Dat brengt ons dichter bij elkaar .

That brings us closer together.

We zijn het praktisch allemaal met elkaar eens .

We are virtually all agreed on that.

Onze kinderen zijn nogal verschillend van elkaar .

Our children are quite different from each other.

Ik heb de lamp zelf in elkaar gestoken .

I put the lamp together myself.

Deze elementen kunnen niet zonder elkaar functioneren .

These elements cannot function without each other.

Hier werd al informatie van militaire en civiele aard bij elkaar gebracht .

Here, information of a military and civilian nature was already brought together.