drijven

Oznaczający (Angielski)

1. (intransitive) to float
2. (transitive) to drive, to push (cattle e.g.)

Synonimy

voortdrijven

opjagen

aandrijven

zwemmen

🏊

dobberen

vlotten

op drift zijn

stoten

douwen

dringen

duwen

aanduwen

aansporen

verjagen

bewegen

jagen

aanzetten

afdrijven

samendrijven

achtervolgen

afleiden

aftappen

maken

najagen

narennen

vervolgen

vlieten

zweven

Łączone jako

drij‧ven

Wymawiane jako (IPA)

/ˈdrɛi̯və(n)/

Etymologia (Angielski)

From Middle Dutch driven, from Old Dutch drīvan, from Proto-West Germanic *drīban, from Proto-Germanic *drībaną, from Proto-Indo-European *dʰreybʰ- (“to drive, push”).

Zdania

Hout blijft drijven op water .

Wood continues to float on water.