goede

Oznaczający

Noun

1. (feminine,masculine) good person
2. (feminine,in-plural,masculine) the good guys

Adj

1. (attributive,feminine,form-of,masculine,singular) inflection of goed:
2. (attributive,definite,form-of,neuter,singular) inflection of goed:
3. (attributive,form-of,plural) inflection of goed:

Verb

singular present subjunctive of goeden

Łączone jako

goe‧de

Wymawiane jako (IPA)

/ˈɣudə/

Etymologia

Substantivization of the adjective goed.

Zdania

Dat is niet de goede weg .

That is not the right thing to do.

Op dit gebied gaan de zaken dus de goede kant op .

So things are moving in the right direction here.

Een goede veiligheidssituatie begint in eigen land .

Good security starts at home.

Het is een goede , praktisch uitvoerbare verordening .

It is workable, it is a good regulation.

Concurrentie tussen havenmaatschappijen is een goede zaak en leidt tot efficiëntere oplossingen .

Competition between port companies is a good thing and leads to more efficient solutions.

Nederlanders zijn goede schaatsers en ze winnen vaak Olympische medailles in deze discipline .

The Dutch are good skaters and they often win Olympic medals in this discipline.