Nederlands

Oznaczający

Adj

1. (relational) of the Netherlands; Dutch, Netherlandish
2. (relational) of the Dutch language; Dutch

Name

Dutch, the language spoken in the Netherlands and in Flanders (i.e. the north of Belgium), Netherlandish

Łączone jako

Ne‧der‧lands

Wymawiane jako (IPA)

/ˈneːdərˌlɑnts/

Etymologia

From Nederland (“the Netherlands”) + -s.

Zdania

Nederlands is een mooie taal .

Dutch is a beautiful language.

Soms weet ik niet zeker of een bepaald woord correct Nederlands is .

Sometimes I'm not sure if a certain word is correctly Dutch.

Hoeveel verschillende woorden zou het Nederlands bevatten ?

How many different words would Dutch contain?

Hij spreekt Frans , Nederlands , Engels en Duits .

He speaks French, Dutch, English and German.

Herfst is het enige woord in het Nederlands dat eindigt op vier medeklinkers .

Autumn is the only word in Dutch that ends with four consonants.

Inches worden zelden gebruikt in het Nederlands , maar de grootte van televisies is hierop een uitzondering .

Inches are rarely used in Dutch, but the size of televisions is an exception.