rua

Betekenis

Noun

1. (feminine) street; road (paved path)
2. (feminine) streets (urban areas outside buildings)

Intj

out! (strong, impolite demand for someone to leave)

Verb

1. (form-of,indicative,present,singular,third-person) inflection of ruar:
2. (form-of,imperative,second-person,singular) inflection of ruar:

Met koppelteken als

ru‧a

Uitgesproken als (IPA)

/ˈʁu.ɐ/

Etymologie

From Old Galician-Portuguese rua (“street”), from or influenced by Old French rue (Modern French rue) or Old Spanish rua (Modern Spanish rúa), from Vulgar Latin *ruga (“furrow, path, street”), from Latin ruga (“wrinkle”), from Proto-Indo-European *krewp- (“to become encrusted”). Cognate with Galician rúa. Doublet of ruga.

Zinnen

Você passou por mim na rua quase todo dia .

Je passeerde me bijna elke dag op straat.

Um grupo de crianças está do lado de fora em uma rua .

Een groep kinderen is buiten op een straat.

Uma rua cheia de lojas .

Een straat vol winkels.

Uma criança pequena de camisa vermelha fica no meio da rua .

Een klein kind in een rood shirt bevindt zich in het midden van de straat.

Músicos de rua tentando ganhar algum dinheiro .

Straatmuzikanten die wat geld proberen te verdienen.

Os meninos estão jogando futebol na rua do bairro .

De jongens spelen voetballen in de straat van de buurt.

Dois indivíduos estão correndo por uma rua em algum tipo de competição de corrida .

Twee personen rennen door een straat in een soort hardloopwedstrijd.

Um jovem empresário andando na rua , enquanto um pássaro preto voa na frente dele .

Een jonge zakenman die op straat loopt terwijl een zwarte vogel voor hem vliegt.