pano

Betekenis (Engels)

Noun

1. (masculine) cloth (woven fabric)
2. (masculine) rag; tatter

Verb

first-person singular present indicative of panar

🍞

panar

to bread (to coat with breadcrumbs)

Lees verder

Concepten

doek

stof

weefsel

kleed

vod

linnen

laken

lijnwaad

mantelkap

materiaal

naaigoed

stofdoek

stukje

textiel

velum

zeil

afdroogdoek

geweven stof

bonk

capuchon

droogdoek

eindje

homp

huik

kap

Synoniemen

tecido

estofo

fazenda

tela

corpo

substância

produtos têxteis

têxteis

tecidodelã

rede

Tecido têxtil

linho

Vertalingen

cloth

tela

tissu

Stoff

étoffe

Tuch

paño

tela

ύφασμα

toile

drap

material

tessuto

roba

Uitgesproken als (IPA)

/ˈpɐ̃.nu/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Latijn: pannus

In summary

Inherited from Old Galician-Portuguese pano, from Latin pannus (“cloth; rag”).