ponte

Betekenis

1. (feminine) bridge (construction or natural feature that spans a divide)
2. (feminine) bypass (a passage created around a damaged organ)
3. (feminine,figuratively) bridge (anything that connects separate things)
4. (feminine) long weekend; a day which falls between two work-free days (holidays or weekend days), on which leave is preferred

Met koppelteken als

pon‧te

Geslacht

♀️ Vrouwelijk

Uitgesproken als (IPA)

/ˈpõ.t͡ʃi/

Etymologie

Inherited from Old Galician-Portuguese ponte f, from Latin pontem m, from Proto-Indo-European *pónteh₁s (“path, road”), from *pent- (“path”). Compare Galician ponte f and Spanish puente m.

Zinnen

Um acidente também pode ser uma ponte no caminho para a felicidade .

Een ongeluk kan ook een brug zijn op weg naar geluk.

Alguns pulando de uma ponte para a água enquanto outros observam da ponte .

Sommigen springen van een brug naar het water terwijl anderen vanuit de brug kijken.