de

Betekenis (Engels)

  1. of (in relation to)
  2. of (in relation to)
  3. of (in relation to)
  4. of (in relation to)
  5. of (in relation to)
  6. of (in relation to)
  7. of (in relation to)
  8. of (in relation to)
  9. of (in relation to)
  10. of; -en (made or consisting of)
  11. of; -en (made or consisting of)
  12. of; -en (made or consisting of)
  13. of; -en (made or consisting of)
  14. of (introduces the noun that applies a given adjective or past participle)
  15. from (born in or coming out of)
  16. by means of; by
  17. as (in the role of)
  18. in (wearing)

Frequentie

A1
Uitgesproken als (IPA)
/d͡ʒi/
Etymologie (Engels)

From Old Galician-Portuguese de (“of”), from Latin dē (“of”).

Portugees

Begin met het leren van Portugees met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " de " en vele andere woorden en zinnen in Portugees .

Ga naar onze Portugees cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes