costume

Betekenis (Engels)

Noun

1. (masculine) custom; tradition (traditional practice or behavior)
2. (masculine) custom; habit (action done on a regular basis)
3. (masculine) custom (long-established practice, considered as unwritten law)
4. (masculine) outfit; costume (a set of clothes appropriate for a particular activity)

Verb

1. (first-person,form-of,present,singular,subjunctive,third-person) inflection of costumar:
2. (form-of,imperative,singular,third-person) inflection of costumar:

Met koppelteken als

cos‧tu‧me

Uitgesproken als (IPA)

/kosˈtũ.mi/

Etymologie (Engels)

PIE word
*ḱóm
PIE word
*swé
Inherited from Latin consuētūdinem.

Zinnen

Mas , bem cuidado , o costume , tomado como harmonia , facilita a estabilidade para nós .

Maar goed onderhouden, de gewoonte, als harmonie, vergemakkelijkt de stabiliteit voor ons.