nudzić

Betekenis

1. to bore (to inspire boredom in somebody)
2. to be bored

Met koppelteken als

nu‧dzić

Uitgesproken als (IPA)

/ˈnu.d͡ʑit͡ɕ/

Etymologie

Possibly borrowed from Ukrainian нуди́ти (nudýty), from Proto-Slavic *nuditi, *nǫditi. By surface analysis, nuda + -ić. Doublet of nędzić (“to torment”), an inherited form.

Zinnen

" Jest to obliczenie bardzo proste , ale nie chcę pana tem nudzić ."

"Dit is een heel eenvoudige berekening, maar ik wil je niet zo vervelen."