A1

musiał

Betekenis

third-person singular masculine past of musieć

Afgebroken als
mu‧siał
Geslacht
♂️ Mannelijk
Uitgesproken als (IPA)
/ˈmu.ɕaw/
musieć

  1. to have to, to need to, must (to be obliged to)
  2. to have to, to need to, must (to be obliged to)
  3. to have to, to need to, must (to be obliged to)
  4. (colloquial) to have to, to need to, must (to be obliged to)
  5. to have to, to need to, must (to be obliged to)
  6. to have to, must; used to indicate certainty

Pools

Begin met het leren van Pools met learnfeliz .

Oefen met het spreken en onthouden van " musiał " en vele andere woorden en zinnen in Pools .

Ga naar onze cursuspagina Pools

Comments