zee

(Engels)

1. (feminine) sea
2. (feminine) sea (a vast mass, expanse; multitude)

Uitgesproken als (IPA)

/zeː/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelnederlands: sêe

Overgenomen van Old Dutch: sēo

In summary

From Middle Dutch sêe, from Old Dutch sēo, from Proto-West Germanic *saiwi, from Proto-Germanic *saiwiz.

Synoniemen

oceaan

🌊

golven

👋

kant

lende

noorden

zijde

golfslag

ruime sop

🌊

Zinnen

De golven van de zee hebben hun zandkasteel vernield .

The waves of the sea have destroyed their sand castle.

De eilanden beschikken echter ook over troeven op energiegebied: wind , zon en zee .

On the other hand, islands enjoy an advantage as regards the generation of energy using wind, sun and sea.