vakantie · Nederlands · learnfeliz · Learn new languages for free!

Woordenboek

vakantie

Betekenis

A holiday, vacation.
An easy, careless time.

Afgebroken als

va‧kan‧tie

Geslacht

♀️ Vrouwelijk

Uitgesproken als (IPA)

/vaːˈkɑn.(t)si/

Maak een bladwijzer hiervan

Verbeter uw uitspraak

Probeer het uit te spreken " vakantie "

Arrow pointing to the button

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen met het spreken en onthouden van " vakantie " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze cursuspagina Nederlands

Zinnen

Het was een leuke vakantie .

It was a nice holiday.

Ze gaat altijd in haar eentje op
🆙

vakantie .

She always goes on vacation on her own.

De vakantie was voorbij , de kinderen gingen weer
🔁

naar school
🏫

.

The holiday was over, the children went back to school.

Juli is de eerste
1st

maand van de grote vakantie .

July is the first month of the big holiday.

Met de caravan op
🆙

vakantie gaan is zeer populair .

Going on holiday with the caravan is very popular.

Comments