trouwen
Betekenis (Engels)
-
- (ergative) to marry
- (obsolete,transitive) to trust
Concepten
trouwen
huwen
in de echt verbinden
in het huwelijk treden
zich in de echt verbinden
uithuwelijken
zich laten registreren
slaags raken
met
tot man nemen
tot vrouw nemen
letterlijk
verbinden
Frequentie
Met koppelteken als
trou‧wen
Uitgesproken als (IPA)
/ˈtrɑu̯ə(n)/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch trouwen, from Old Dutch *triuwon, from Proto-Germanic *trewwāną. Equivalent to trouw (“loyality”) + -en or trouw (“faithful, loyal”) + -en.
Nieuw
trouw
-
- (feminine) loyalty, faithfulness
- (feminine) marriage
'%3e%3c/path%3e%3c/g%3e%3cdefs%3e%3cmarker%20markerWidth='4.5'%20markerHeight='4.5'%20refX='2.25'%20refY='2.25'%20viewBox='0%200%204.5%204.5'%20orient='auto'%20id='SvgjsMarker4023'%3e%3cpolygon%20points='0,4.5%201.5,2.25%200,0%204.5,2.25'%20fill='white'%3e%3c/polygon%3e%3c/marker%3e%3c/defs%3e%3c/svg%3e)
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " trouwen " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Questions
