trog

Betekenis

  1. (masculine) trough
  2. (masculine) trench

Frequentie

27k
Geslacht
♂️ Mannelijk
Etymologie

From Middle Dutch troch, from Old Dutch *trog, from Proto-West Germanic *trog, from Proto-Germanic *trugą, *trugaz (compare West Frisian trôch, English trough, German Trog, Swedish tråg), from Proto-Indo-European *dru-kó (compare Middle Irish drochta (“wooden basin”), Old Armenian տարգալ (targal, “ladle, spoon”)), enlargement of *dóru (“tree”).

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " trog " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions