ruzie

Betekenis (Engels)

Noun

quarrel, row, conflict, dispute

Verb

1. (first-person,form-of,indicative,present,singular) inflection of ruziën:
2. (form-of,indicative,present,second-person,singular) inflection of ruziën:
3. (form-of,imperative) inflection of ruziën:

Concepten

ruzie

twist

herrie

geschil

redetwist

dispuut

onenigheid

geruzie

twistgesprek

gedoe

heibel

mot

kibbelpartij

polemiek

strijd

discussie

onmin

tweespalt

betoog

stront aan de knikker

omslag

ophef

verlegenheid

lawaai

delict

meningsverschil

misstap

redestrijd

wetsovertreding

woordenstrijd

woordenwisseling

Handgemeen

Scheldpartij

gevecht

bespreking

controverse

debat

twistpunt

schermutseling

Met koppelteken als

ru‧zie

Uitgesproken als (IPA)

/ˈry.zi/

Etymologie (Engels)

From ruze, Eastern variant of ruis.

Zinnen

De ruzie tussen de twee werd vervolgens uitgevochten op straat .

The quarrel between the two was then fought out on the street.