rek

Betekenis (Engels)

Noun

a rack or stand

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, singular) inflection of rekken:
2. (form-of, indicative, present, second-person, singular) inflection of rekken:
3. (form-of, imperative) inflection of rekken:

rekken

• Verb
• Noun

Lees verder

Synoniemen

schraag

ezel

🫏

stellage

bok

werkbank

bank

stander

schap

plank

legplank

elasticiteit

zoldervloer

elastiek

etagère

rekstok

roest

rooster

ruk

schildersezel

veerkracht

rekbaarheid

Vertalingen

Staffelei

étagère

Gestell

workbench

Werkstuhl

estante

Regal

rack

Arbeitsbock

établi

easel

Bank

Staffel

shelf

bastidor

Uitgesproken als (IPA)

/rɛk/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelnederlands: rek

In summary

From Middle Dutch rek.