schat

Betekenis (Engels)

Noun

1. (masculine) a treasure, amassed valuables
2. (masculine) a rich (varied, rare, large …) collection or find (regardless of intrinsic value)
3. (masculine) honey, darling, sweet person (term of endearment)

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, second-person, singular, third-person) inflection of schatten:
2. (form-of, imperative) inflection of schatten:

schatten

• Verb
• Noun

Lees verder

Synoniemen

liefje

schatje

lieverd

beminde

geliefde

schattebout

lieveling

cassette

dot

meisje

oogappel

bruidegom

lieve

snoes

sweetie

vriendin

vriendje

kostbaarheid

hartedief

lief

Vertalingen

Schatz

treasure

trésor

tesouro

tesoro

tresor

darling

Tresor

tesoro

hazine

sweetheart

ثروة

sevgili

Uitgesproken als (IPA)

/sxɑt/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelnederlands: schat

Overgenomen van Old Dutch: *skat

In summary

From Middle Dutch schat, from Old Dutch *skat, from Proto-West Germanic *skatt, from Proto-Germanic *skattaz.