muur

Betekenis

1. (masculine) wall
2. (masculine) wall (figuratively, any barrier which limits access)
3. (masculine) a type of fast-food vending machine with compartments arranged similar to a wall that contain snacks (chiefly in the phrase "uit de muur trekken")

Geslacht

♂️ Mannelijk

Uitgesproken als (IPA)

/myr/

Etymologie

From Middle Dutch muur, mure, from Old Dutch *mūr, *mūra, from Latin mūrus.

Zinnen

Wij staan dan met onze rug tegen de muur .

We have our backs to the wall in this respect.

Met zijn linkerarm duwde hij tegen de muur .

With his left arm, he pushed against the wall.

Het portret hing scheef aan de muur .

The portrait hung crookedly on the wall.

Tijdens de verbouwingen is er een muur ingestort .

A wall collapsed during the renovations.

Mariet had de muur in bordeauxrood geschilderd .

Mariet had painted the wall in burgundy.

Tegen hun muur hing een canvas van een panoramafoto van hun favoriete safaripark.

Against their wall hung a canvas of a panoramic photo of their favorite safari park.