min

Betekenis (Engels)

Prep

minus

Noun

1. (common-gender) minus sign
2. (common-gender) minus (disadvantage)

Adj

comparative degree of weinig; less, fewer

Adj

1. few, little, less common synonym of weinig.
2. opprobrious, unpleasant

Noun

love

Noun

1. (feminine) wetnurse
2. (feminine) maid, especially a nursemaid

Noun

woman

Verb

1. (first-person, form-of, indicative, present, singular) inflection of minnen:
2. (form-of, indicative, present, second-person, singular) inflection of minnen:
3. (form-of, imperative) inflection of minnen:

❤️

minnen

• Verb
• Noun

Lees verder

Tegenovergesteld aan

plus

Synoniemen

liefde

❤️

affectie

zoogmoeder

negatief

zoogster

klein

negatieve

voedster

luizig

luttel

minder

minus

minuscuul

minuskuul

karig

gouvernante

onder nul

propperig

gering

weinig

kinderjuffrouw

lui

Vertalingen

minus

moins

weniger

Amme

small

amour

❤️

menos

less

minus

little

klein

πλην

diminutive

gering

μείον

Uitgesproken als (IPA)

/mɪn/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelnederlands: min

Overgenomen van Old Dutch: min

Overgenomen van Old Dutch: minna

Verwant aan Old Frisian: minne

Verwant aan Old Saxon: minnia

Verwant aan Oudhoogduits: minna

Verwant aan Duits: Minne

Overgenomen van Middelnederlands: minne

In summary

From Middle Dutch min, from Old Dutch min.

Zinnen

Acht min vijf is drie .

Eight minus five is three.

Drieënvijftig min elf is tweeënveertig .

Fifty-three minus eleven is forty-two.