kalf
Betekenis (Engels)
-
- (neuter) a calf (young cow or bull; young bovine)
- (neuter) a calf (young elephant; young deer; young of certain marine mammals)
- (neuter) a lintel
- (derogatory,neuter,obsolete) a Calvinist
Synoniemen
kloris
zultkop
kalfskop
weetniet
bal gehakt
nitwit
sufkont
schaapskop
stomkop
druiloor
jojo
domme koe
hertekalf
Frequentie
Uitgesproken als (IPA)
/kɑlf/
Etymologie (Engels)
From Middle Dutch calf, from Old Dutch calf, from Proto-Germanic *kalbaz.
Nieuw
kalven
- to calve
- to give birth to a calf
Markeer dit
Verbeter je uitspraak
Schrijf dit woord
Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " kalf " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .
Ga naar onze Nederlands cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Questions