deed

Betekenis

singular past indicative of doen

Frequentie

Uitgesproken als (IPA)

/deːt/

Nieuw

doen

1. (transitive) to do
2. (transitive) to put
3. (auxiliary) to cause to, to make; forms causative verbs
4. (ditransitive,informal) to give, serve, bring
5. (informal,transitive) to do, to have sex with someone
6. to touch a nerve; to strike a chord in
7. (sometimes) to be different; to make a difference
8. (informal) to behave or act in some way
9. Used as the finite verb after the fronting of an infinitive.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Schrijf dit woord

Probeer eens te schrijven " deed "

Arrow pointing to the button

Nederlands

Begin met het leren van Nederlands met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " deed " en vele andere woorden en zinnen in Nederlands .

Ga naar onze Nederlands cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Zinnen

In het laatste debat , vanmorgen , deed zich een soortgelijke situatie voor .

In the last debate this morning we again had such a situation.

Ik deed daarover mijn beklag .

I remonstrated with them.

De wijkverpleegster deed de kous aan
🔛

bij de mevrouw .

The ward nurse put the stocking on the lady.

De geur van de versgebakken wafels deed mij watertanden .

The smell of the freshly baked waffles made my mouth water.

Questions