scadenza

Betekenis (Engels)

Noun

expiration, expiry, expiry date, deadline, date

Verb

1. (form-of, indicative, present, singular, third-person) inflection of scadenzare:
2. (form-of, imperative, second-person, singular) inflection of scadenzare:

Concepten

afloop

betaaldag

einde

verschijndag

vervaldag

vervaltijd

einddatum

deadline

Synoniemen

termine

🔚

decorso

data

📅

espirazione

maturazione

data di scadenza

finale

Vertalingen

échéance

deadline

expiration

expiration

délai

vencimiento

plazo

prazo

caducidad

expiry

Frist

date limite

vencimento

venciment

Termin

📅

Met koppelteken als

sca‧dèn‧za

Uitgesproken als (IPA)

/skaˈdɛn.t͡sa/

Etymologie (Engels)

From scadere + -enza; compare French échéance.