sentido

Betekenis (Engels)

Noun

1. (masculine) sense; meaning
2. (masculine) sense way (manner)
3. (masculine) direction

Verb

past participle of sentir

Met koppelteken als

sen‧ti‧do

Etymologie (Engels)

From Old Galician-Portuguese sentido, past participle of sentir, from Latin sentīre (“to feel”), from Proto-Indo-European *sent- (“to head for, go”).

Zinnen

O sentido exacto desta nota tampouco foi determinado .

Het exacte gevoel van deze noot werd ook niet bepaald.

Neste sentido a cutícula foi fundamental .

In die zin was de nagelriem cruciaal.

A culpa en sentido amplo abrangue a culpa en sentido estrito.

De schuld in de brede zin beslaat de schuld in de strikte zin.