alma

Betekenis (Engels)

1. (feminine) soul (of a living person)
2. (feminine,figuratively) person
3. (feminine,figuratively) health
4. (feminine,figuratively) core, nucleus

Met koppelteken als

al‧ma

Geslacht

♀️ Vrouwelijk

Uitgesproken als (IPA)

[ˈalmɐ]

Etymologie (Engels)

From Old Galician-Portuguese alma, from Latin anima. The dialectal form ialma contains an antihiatic sandhi semi-vowel generated in the usual expression a alma, "the soul". Doublet of ánima.

Zinnen

O tempo é unha extensión da alma .

Tijd is een uitbreiding van de ziel.

Un equipo sen alma e sen capacidade de reacción .

Een team zonder ziel en zonder reactiecapaciteit.