case

Betekenis (Engels)

Adv

almost

Verb

1. (first-person, form-of, present, singular, subjunctive, third-person) inflection of casar:
2. (form-of, imperative, singular, third-person) inflection of casar:

casar

1. to marry
2. (figuratively) to pair; to match; to fit; to combine

Lees verder

Uitgesproken als (IPA)

[ˈkɑsɪ]

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Latijn: quasi

In summary

Attested since the 15th century (quasy), inherited from Latin quasi (“as if”).

Zinnen

O rabo é case tan longo coma a cabeza e o corpo .

De staart is bijna net zo lang als het hoofd en het lichaam.

Decatouse case inmediatamente .

Ze merkte bijna onmiddellijk op.

Case nunca neva .

Het sneeuwt bijna nooit.

Isto fai que a temperatura sexa elevada durante case todo o ano .

Dit zorgt ervoor dat de temperatuur bijna het hele jaar hoog is.

As terrazas están case baleiras .

De terrassen zijn bijna leeg.

A súa lonxitude é case enteiramente lineal e concreta.

De lengte is bijna volledig lineair en concreet.