tutoyer

Betekenis (Engels)

1. to thou (to address (someone) using the informal second-person pronoun tu rather than the formal vous)
2. (colloquial) to be familiar with, to be close to something

Concepten

tutoyeren

jij en jou zeggen

jij en jou zeggen

Synoniemen

mille

1000

tu

chiliade

thou

Uitgesproken als (IPA)

/ty.twa.je/

Etymologie (Engels)

Verwant aan IJslands: þúa

Verwant aan Duits: duzen

Verwant aan Engels: thou

Verwant aan Portugees: tutear

Verwant aan Spaans: tutear

Verwant aan Roemeens: tutui

In summary

From tu + -oyer with euphonic t; compare the Icelandic þúa, German duzen and English thou. Cognate with Portuguese tutear, Spanish tutear and Romanian tutui.