garnir

Betekenis (Engels)

1. to furnish (a building, a room)
2. (dated) to arm
3. to decorate, to pretty, to garnish

Concepten

garneren

afzetten

beslaan

uitmonsteren

stofferen

bemeubelen

meubileren

verpakken

zorgen voor

meubelen

voorzien van

leveren

Synoniemen

orner

munir

parer

décorer

meubler

embellirm décorer

border

couvrir

entourer

équiper

pourvoir

revêtir

accoutrer

pont

lambrisser

recouvrir

accouter

installer

fournir

Vertalingen

garnish

garnieren

furnish

guarnecer

ausstatten

versehen

guarnire

guarnir

trim

revestir

🧥

verzieren

schmücken

deck

decorate

bedeck

Uitgesproken als (IPA)

/ɡaʁ.niʁ/

Etymologie (Engels)

Overgenomen van Middelfrans: garnir

Overgenomen van Oudfrans: guarnir

Verwant aan Italiaans: guarnire

Verwant aan Portugees: guarnir

Verwant aan Middelnederlands: waernen

Verwant aan Middle Low German: warnen

Verwant aan Oudengels: wiernan

Verwant aan Oudnoors: varna

Verwant aan Engels: warn

In summary

Inherited from Middle French garnir, from Old French guarnir (“to protect (oneself), armour up”), from Frankish *warnijan (“to ward, take care of something”), from Proto-Germanic *warnijaną (“to worry, be careful, take heed, refuse, withhold”), ultimately from the Proto-Indo-European root *wer- (“to close, cover, protect, save, defend”). Compare Italian guarnire and Portuguese guarnir. Cognate with Middle Dutch waernen (“to provide, equip”), Middle Low German warnen, wernen (“to secure, arm”), Old English wiernan (“to withhold, be sparing of, deny, refuse, reject, decline, forbid, prevent”), Old Norse varna (“to prevent, refuse, protect”). Related to English warn.

Zinnen

Il est employé pour garnir la table du Barine .

Het wordt gebruikt om de tafel van de barine te garneren.