appareil

Betekenis (Engels)

1. apparatus, device
2. telephone
3. aircraft
4. camera (for photographs)
5. An arrangement of people, decorations, etc., for purposes of pomp.
6. a system (of organs)
7. a preparation that is a ready-to-use mixture of the basic ingredients for making a dish

Concepten

apparaat

toestel

hulpmiddelen

inrichting

machine

drukvat

vacuümapparaat

smeerapparaat

doorstromer

fitnessapparatuur

verdover

huishoudstoestel

beugel

kanaal

stelsel

telefoon

verband

orgaansysteem

apparatuur

Geslacht

♂️ Mannelijk

Uitgesproken als (IPA)

/a.pa.ʁɛj/

Etymologie (Engels)

From appareiller (in Old French apareil). Less likely from a Vulgar Latin *apparic(u)lum; cf. apparātus.

Zinnen

Le prototype de cet appareil avait volé jusqu'en Inde .

Het prototype van dit apparaat was gestolen naar India.