meter

Betekenis (Engels)

1. to put in, insert
2. to score
3. to make (noise)
4. to cram, to stuff, to stick, to shove
5. (reflexive) to meddle, interfere, to get into
6. (reflexive) to get into (a small space)
7. (reflexive) to get into, to get in

Concepten

plaatsen

leggen

steken

stellen

zetten

doen

stoppen

aanbrengen

aandoen

aantrekken

opbrengen

opleggen

indoen

inleggen

inzetten

aanwenden

aanzetten

benutten

doorvoeren

gebruiken

in toepassing brengen

toepassen

voordoen

aanleggen

aanmaken

bedrijven

bouwen

construeren

fitten

installeren

maken

poseren

situeren

stationeren

uitbrengen

uitrichten

uitvoeren

zitten

zak

invoegen

neerzetten

Met koppelteken als

me‧ter

Uitgesproken als (IPA)

/meˈteɾ/

Etymologie (Engels)

Inherited from Old Spanish meter, from Latin mittō (“to send”), probably from Proto-Indo-European *mey-th₂- (“to exchange, remove”). Cognate with English mess (sense 2) and also mission, message. Compare also French mettre, Friulian meti, Portuguese meter, and Italian mettere. The semantic shift from "send" to "put" probably occurred in Vulgar Latin.