hombre

Betekenis (Engels)

Noun

1. (masculine) man, (adult male human)
2. (masculine) man, (all humans collectively); mankind, humankind
3. (masculine) man, (individual of the species Homo sapiens, the genus Homo, or the subtribe Hominina)
4. (colloquial,masculine) husband
5. (masculine,slang) top
6. (masculine) ombre (Spanish card game)

Intj

1. man!
2. hey!
3. oh, come on!

Concepten

man

mens

heer

kerel

persoon

jongen

de mens

gast

gozer

manmens

manspersoon

vent

mannelijk

mannetje

echtgenoot

eega

gemaal

deze of gene

mensenkind

sterveling

ziel

Met koppelteken als

hom‧bre

Uitgesproken als (IPA)

/ˈombɾe/

Etymologie (Engels)

Inherited from Old Spanish omne, from Latin hominem, homō, from Old Latin hemō, from Proto-Indo-European *ǵʰmṓ (“earthling”). The Old Spanish form omne was first dissimilated to omre and then a gliding sound -b- arose before the -r-. Compare the same development in hambre and nombre.

Zinnen

Mi esposa Jane me dejó por otro hombre .

Mijn vrouw Jane verliet me voor een andere man.

Un hombre tiene extrañas visiones cuando sale al jardín de su casa a medianoche .

Een man heeft vreemde visioenen wanneer hij om middernacht naar de tuin van zijn huis gaat.