alfalfa

Betekenis (Engels)

Noun

alfalfa

Verb

1. (form-of,indicative,present,singular,third-person) inflection of alfalfar:
2. (form-of,imperative,second-person,singular) inflection of alfalfar:

Concepten

luzerne

rupsklaver

Met koppelteken als

al‧fal‧fa

Uitgesproken als (IPA)

/alˈfalfa/

Etymologie (Engels)

Etymology tree
Proto-Indo-European *h₁eḱ-
Proto-Indo-European *h₁éḱwos
Proto-Indo-Iranian *Háćwas
Proto-Iranian *Hácwah
Proto-Iranian *Hástiš
Proto-Iranian *HacwaHastiš
Old Median *aspāstišder.
Arabic فَصْفَص (faṣfaṣ)bor.
Spanish alfalfa
From Arabic الْفَصْفَصَة (al-faṣfaṣa).

Zinnen

Dentro del municipio se cultiva maíz , cebada , alfalfa , chile , frijol y nopal .

Binnen de gemeente worden maïs, gerst, alfalfa, chili, bonen en cactus gecultiveerd.