remove

Betekenis (Engels)

Verb

1. To delete.
2. To move from one place to another, especially to take away.
3. (obsolete) To move from one place to another, especially to take away.
4. To murder.
5. To dismiss a batsman.
6. To discard, set aside, especially something abstract (a thought, feeling, etc.).
7. To depart, to leave; to move oneself or be moved.
8. To change one's residence or place of business; to move.
9. To dismiss or discharge from office.

Noun

1. The act of removing something.
2. A dish served to replace an earlier one during a meal; a part of a new course.
3. (at some public schools) A division of the school, especially the form prior to last
4. A step or gradation (as in the phrase "at one remove")
5. Distance in time or space; interval.
6. Emotional distance or indifference.
7. State of mind allowing for a certain degree of objectivity in evaluating things.
8. The transfer of one's home or business to another place; a move.
9. The act of resetting a horse's shoe.

Concepten

verwijderen

weghalen

elimineren

opdoeken

wegnemen

afnemen

afschaffen

ontslaan

uitmaken

wegdoen

afdanken

afpakken

verdrijven

schrappen

afmonsteren

ontzetten

royeren

verjagen

wegdrijven

wegjagen

afhalen

afsnijden

afsteken

aftellen

aftrekken

inhouden

korten

rissen

ritsen

afvoeren

afzetten

verzetten

verplaatsen

wegzenden

bergen

bewaren

opbergen

wegleggen

wegzetten

aanhouden

doorsturen

doorzenden

heruitzenden

refereren

reflecteren

retourneren

spiegelen

terugbezorgen

teruggooien

terugkaatsen

terugsturen

terugwerpen

terugwijzen

uitdrijven

uitstellen

verdagen

verschuiven

verwijzen

weerkaatsen

weerspiegelen

afgelasten

afwikkelen

annuleren

doorhalen

doorstrepen

een streep halen door

liquideren

ontbinden

opheffen

solveren

tenietdoen

terugnemen

uitroeien

verdelgen

verwijderen

opruimen

wegsturen

abstraheren

afdoen

afsturen

trap

verhuizen

uitvegen

uitwissen

wegvagen

wissen

ga weg

bannen

doen vertrekken

uitwijzen

verbannen

transporteren

Uitgesproken als (IPA)

/ɹɪˈmuːv/

Etymologie (Engels)

From Middle English removen, from Anglo-Norman remover, removeir, from Old French remouvoir, from Latin removēre, from re- + movēre (“to move”), equivalent to re- + move. Displaced native Old English āfierran.