convenient

Betekenis (Engels)

1. Serving to reduce a difficulty, or accessible with minimum difficulty; expedient.
2. Suspicious due to suiting someone's purposes very well.
3. (obsolete) Fit; suitable; appropriate.

Concepten

gemakkelijk

geschikt

doelmatig

gepast

passend

geriefelijk

behoorlijk

betamelijk

bruikbaar

fatsoenlijk

keurig

toepasselijk

voegzaam

welvoeglijk

bedaard

gerust

kalm

rustig

stil

gelegen

gerieflijk

handig

Met koppelteken als

con‧ve‧nient

Uitgesproken als (IPA)

/kənˈviːniənt/

Etymologie (Engels)

From Middle English convenient, from Latin conveniens (“fit, suitable, convenient”), present participle of convenire (“to come together, suit”); see convene and compare covenant.

Zinnen

For computer use , the following formulas for the doomsday of a year are convenient .

Voor computergebruik zijn de volgende formules voor de doomsday van een jaar handig.