wahren

Betekenis

Verb

1. (weak) to protect, to safeguard
2. (weak) to maintain, to preserve

Adj

1. (form-of,genitive,masculine,neuter,singular,strong) inflection of wahr:
2. (dative,form-of,genitive,mixed,singular,weak) inflection of wahr:
3. (accusative,form-of,masculine,mixed,singular,strong,weak) inflection of wahr:
4. (dative,form-of,plural,strong) inflection of wahr:
5. (form-of,mixed,plural,weak) inflection of wahr:

Met koppelteken als

wah‧ren

Uitgesproken als (IPA)

/vaːrən/

Etymologie

From Middle High German warn, waren, from Old High German warōn, ultimately derived from Proto-West Germanic *warōn. Related to biwarōn, from wara (“attention”). Compare German bewahren.

Zinnen

Mein Kind , im wahren Leben schenkt dir niemand etwas .

Mijn kind, niemand geeft je iets in het echte leven.

Bis heute nagt an ihm , dass er seine wahren Absichten damals nicht erkannt hat .

Tot op de dag van vandaag knaagt hij aan hem dat hij destijds zijn ware bedoelingen niet herkende.