kauen

Betekenis

  1. (transitive,weak) to chew (something)
  2. (intransitive,weak) to chew, to gnaw
  3. (weak) to bite

Frequentie

C2
Met koppelteken als
kau‧en
Uitgesproken als (IPA)
/ˈkaʊ̯ən/
Etymologie

From Middle High German kūwen, kiuwen, kewen, from Old High German kūwen, kiuwan, from Proto-West Germanic *keuwan. The form shows the Central German development of Middle High German -iuw- → -ūw-, which is only sporadically reflected in the modern standard language (compare brauen). The expected form can still be found in the compound wiederkäuen (“to chew the cud”). Cognate with Dutch kauwen, Low German käwwen, West Frisian koaie, kôgje, English chew.

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Duits

Begin met het leren van Duits met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " kauen " en vele andere woorden en zinnen in Duits .

Ga naar onze Duits cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes

Questions