geht auf

Betekenis

  1. (form-of,present,singular,third-person) inflection of aufgehen:
  2. (form-of,plural,present,second-person) inflection of aufgehen:
  3. (form-of,imperative,plural) inflection of aufgehen:

Nieuw
aufgehen

  1. (class-7,strong) to open, come undone
  2. (class-7,strong) to rise, expand (of dough etc.)
  3. (class-7,strong) to rise, come up (of a celestial body)
  4. (class-7,strong) to work out
  5. (class-7,figuratively,strong) to add up, to come out even
  6. (class-7,strong) to sprout, germinate
  7. (class-7,strong) to disintegrate; to be integrated into; to be absorbed by; to disappear into
  8. (class-7,strong) to open

Markeer dit

Verbeter je uitspraak

Duits

Begin met het leren van Duits met learnfeliz .

Oefen het spreken en onthouden van " geht auf " en vele andere woorden en zinnen in Duits .

Ga naar onze Duits cursuspagina

Notes

Sign in to write sticky notes
Zinnen

Questions