bekommen

Betekenis (Engels)

(class-4,strong,transitive) to receive; to get
(class-4,strong,transitive) to catch
(class-4,intransitive,strong) to agree with, to sit well with [with dative ‘someone’] (of food or drink)
(auxiliary,class-4,strong) to get (with the past participle form of a verb), forms the so-called dative passive

krijgen

behalen

verwerven

ontvangen

verkrijgen

genieten

toucheren

aannemen

aanbrengen

aanwerven

buitmaken

verdienen

werven

winnen

bekomen

aanschaffen

kopen

accepteren

krĳgen

halen

ad patres gaan

de doodssnik geven

de eeuwigheid in gaan

de geest geven

de grote reis aanvaarden

de laatste adem uitblazen

de poeper dichtknijpen

de wereld verlaten

dood gaan

doodgaan

expireren

heengaan

het hoekje om gaan

het leven laten

inslapen

overlijden

sterven

verscheiden

ervaren

ondergaan

aankopen

overnemen

opdoen

luizen

overwinnen

veranderen

worden

gebeuren

Frequentie

Met koppelteken als

be‧kom‧men

Uitgesproken als (IPA)

/bəˈkɔmən/

From Middle High German bekomen, from Old High German biqueman, from Proto-Germanic *bikwemaną, equivalent to be- + kommen. Cognate to Dutch bekomen, English become.