Nachbar
Betekenis
neighbour
Frequentie
Geslacht
♂️ Mannelijk
Uitgesproken als (IPA)
/ˈnaxbaːr/
Etymologie
From Middle High German nāchgebūr(e), from Old High German nāhgibūr(o), from Proto-West Germanic *nāhwagabūrō, from Proto-Germanic *nēhwagabūrô (“neighbour”). Equivalent to nah, nach (“near, next, after”) + Bauer (“dweller, farmer”). The first component underwent pre-cluster shortening, the second was monophthongized from Early Modern German Baur (and then possibly associated with the unrelated suffix -bar).
Verbeter je uitspraak
Begin met het leren van Duits met learnfeliz .
Oefen het spreken en onthouden van " Nachbar " en vele andere woorden en zinnen in Duits .
Ga naar onze Duits cursuspagina
Notes
Sign in to write sticky notes
Zinnen
Ihre einzige Bezugsperson ist ihr homosexueller Nachbar Tim .
Haar enige verzorger is je homo -buurman Tim.