zegt…
" Dziwi Werkwoord mnie Voornaamwoord to Voornaamwoord , że Ondergeschikte conjunctie nie Deeltje przedstawiłeś się Voornaamwoord dotąd Bijwoord mistrzowi Zelfstandig naamwoord ."
Werkwoord
Voornaamwoord
Voornaamwoord
Ondergeschikte conjunctie
Deeltje
Voornaamwoord
Bijwoord
Zelfstandig naamwoord
"Ik ben verrast dat je jezelf nog niet aan de meester hebt voorgesteld." " Ik ben verrast dat je jezelf nog niet aan de meester hebt voorgesteld ."
Woorden en zinnen
dziwi
third-person singular present of dziwić
mnie
-
genitive/dative/accusative/locative of ja
to
-
- used to attribute to the known object a characteristic that helps one know more about the topic; may optionally be followed by jest
- used to juxtapose elements that are equivalent
- used to indicate that the subject of the conversation has peculiarities which are familiar to the interlocutors, so that nothing else needs to be said about it in order to understand the topic
- in that case, then (used in if-constructions)
że
-
introduces a subordinate clause; that
nie
-
negation particle; no, not
się
-
- reflexive pronoun; oneself, self
- each other, one another
- one's own home
dotąd
-
- here, hereto (to this place)
- until now
- (obsolete) until; as long as
- (obsolete) to this degree
- (obsolete) there, thither (to that place)
mistrzowi
dative singular of mistrz