zegt…
De feiten dy't er sammele hat, sprekke 🗣️ dúdlike taal .
🗣️
De feiten die hij verzamelde, spreken een duidelijke taal. De feiten die hij verzamelde , spreken een duidelijke taal .
Woorden en zinnen
de
the; definite article
dy't
- who (relative)
- which, what, that (relative)
er
clitic form of hy used before the object or after the verb.
🗣️
sprekke
to speak
taal
- language (form of communication consisting of vocabulary and grammar)
- language (means or manner of expression)
- language (specific lect or jargon)
- language (capability to communicate with words)